← Kennisbank / Wmo / Eisen aan zorgaanbieders in de Wmo

Aan welke eisen moeten startende aanbieders in de Wmo voldoen?

Wat heb je aan dit artikel?

Na het lezen van dit artikel weet je in hoofdlijnen waar zorgaanbieders die zorg verlenen vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) aan moeten voldoen. De generieke eisen die gelden aan de organisatie, aan kwaliteit en aan de zorgverlening zijn beknopt in dit artikel benoemd.

Dit artikel is niet uitputtend, in de zin dat eisen aan individuele zorgaanbieders (zoals bijvoorbeeld eisen aan een gebouw) niet zijn opgenomen. Ook eisen aan contractering komen in dit artikel niet aan de orde omdat ze jaarlijks en per verzekeraar, zorgkantoor of gemeente kunnen verschillen (zie hiervoor de overzichten van contractseisen die we jaarlijks op de ledenwebsite publiceren).

SPOT Kennisbank

Wmo

Eisen aan aanbieders Wmo

Governancecode Zorg 2022

Zorgaanbieders die uitsluitend ondersteuning vanuit de Wmo leveren vallen buiten de reikwijdte van de code en hoeven de Governancecode niet verplicht te hanteren. Niettemin kan een gemeente toepassing van de
Governancecode voorschrijven als onderdeel van de overeenkomst. Ook kan een zorgaanbieder er zelf voor kiezen om de uitgangspunten van de Governancecode te gaan implementeren (bijvoorbeeld door het instellen van een toezichthoudend orgaan).
Mogelijk zal de Governancecode in de nabije toekomst ook voor aanbieders van Wmo-ondersteuning gaan gelden.

Arbeidsvoorwaarden

Wmo-aanbieders vallen onder de cao VVT. Deze zorgaanbieders moeten zich daarom houden aan de afspraken die in de cao zijn vastgelegd, bijvoorbeeld als het gaat om uitkering van de onregelmatigheidstoeslag (ORT), loonsverhogingen, vervroegd pensioen (RVU) en reistijdvergoeding.

Personeelssamenstelling

De kwalificaties van de zorgverleners die aan de organisatie verbonden zijn moeten voldoende aansluiten op de zorg die geleverd wordt. Zorgkantoren, zorgverzekeraars en de Inspectie zien hierop toe. Zorgaanbieders moeten kunnen aantonen dat hun medewerkers bevoegd en bekwaam zijn om de zorg te verlenen. Dat kan ondermeer door het overleggen van diploma’s, ervaringscertificaten (EVC) of certificaten van gevolgde trainingen. Dit vereist een gedegen registratie van de diploma’s en certificaten per zorgverlener en een goed opleidingsprogramma.

SPOT organiseert regelmatig (geaccrediteerde) trainingen om de vakbekwaamheid te vergroten. Ook heeft SPOT een eigen Leermanagementsysteem (LMS) waar medewerkers tegen een schappelijke vergoeding online cursussen kunnen volgen.
Op de evenementenkalender op de website van SPOT ziet u welke trainingen worden aangeboden.
Meer informatie over het LMS leest u hier en op de ledenwebsite.

Onvrijwillige zorg

Zorgaanbieders die onvrijwillige zorg willen aanbieden (zorg waarmee de cliënt of zijn vertegenwoordiger niet
instemt en zorg waarmee de vertegenwoordiger heeft ingestemd maar waartegen de cliënt zich verzet) moeten
op grond van de Wet zorg en dwang aan een aantal eisen voldoen. Verplichtingen zijn bijvoorbeeld:

  • inschrijving in het locatieregister;
  • opstellen van een beleidsplan Onvrijwillige zorg en daarnaar handelen;
  • benoemen van een onafhankelijke cliëntvertrouwenspersoon Wzd;
  • aanwijzen van een zorgverantwoordelijke Wzd;
  • aanwijzen van een Wzd-functionaris;
  • aansluiting op een Wzd-klachtenregeling (die is anders dan de Wkkgz klachtenregeling);
  • elk half jaar moet de zorgaanbieder een analyse van de toegepaste onvrijwillige zorg bij IGJ indienen. De analyse moet worden ondertekend door de Raad van Bestuur/Directie. Hier is een digitaal format voor opgesteld.

SPOT heeft de aansluiting op een Klachtencommissie Wzd voor de leden georganiseerd. In de SPOTdocs zijn diverse WZD model-documenten te vinden, zoals een model-beleidsplan en een profiel voor de zorgverantwoordelijke.

Zorg vanuit de Wmo kan onder de reikwijdte van de Wet Zorg en Dwang vallen als de hulp wordt geleverd aan cliënten met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke beperking. Als een cliënt bijvoorbeeld tegen zijn wil hulp bij het huishouden krijgt dan moet het stappenplan van de Wzd worden doorlopen, er is dan ook sprake van onvrijwillige zorg.
Meer hierover leest u in het dossier van Zorg voor Beter.

Vertrouwenspersoon

Werkgevers hebben op basis van artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek en artikel 3.2 Arbeidsomstandighedenwet de wettelijke plicht een veilige werkomgeving te bieden aan werknemers. Het aanstellen van een vertrouwenspersoon is voor een werkgever een mogelijkheid om invulling te geven aan deze verplichting, maar aanstelling is (nog) niet verplicht.

Voor organisaties met meer dan 25 werknemers wordt het waarschijnlijk verplicht om een vertrouwenspersoon aan te stellen. In de loop van 2024 zal hierover meer duidelijk worden.
Zorgaanbieders die onvrijwillige zorg aanbieden (zorg uit de Wet zorg en dwang) moeten cliënten informeren over de mogelijkheid om een beroep te doen op een cliëntvertrouwenspersoon.

Winstuitkering

Dividenduitkering in de Wmo is onder beperkte voorwaarden toegestaan. Vanaf 1 januari 2025 wordt dividenduitkering door zorgaanbieders verder beperkt (ook verkapte uitkeringen zoals buitensporige vergoedingen).
Een aantal gemeenten heeft in aanbestedingen opgenomen dat Wmo zorgaanbieders niet meer dan 5% van de omzet als dividend mogen uitkeren.

Lees het standpunt van SPOT over winst in de zorg hier

Medezeggenschap

Organisaties met 50 of meer medewerkers moeten een ondernemingsraad (OR) hebben. De ondernemingsraad (OR) behartigt de belangen van het personeel in een onderneming. De OR mag ook meepraten over bedrijfseconomische beslissingen van de directie.

Organisaties met minder dan 50 medewerkers moeten een personeelsvertegenwoordiging (PVT) hebben als de meerderheid van de werknemers daar om vraagt. Heeft een bedrijf geen OR of PVT? Dan moet de directie het personeel regelmatig inspraak en informatie geven op personeelsvergaderingen (PV).

Verplichte informatie op websites

Voor elke rechtspersoon geldt dat bepaalde gegevens, zoals het KVK-nummer en bepaalde contactgegevens op de website moeten worden vermeld. Zorgaanbieders moeten bovendien inclusie- en exclusiecriteria op hun website opnemen (in welke gevallen kan een zorgvrager wel/niet bij de zorgaanbieder terecht) en informatie over de wijze waarop een klacht kan worden ingediend. Meestal is ook een cookiebanner verplicht.

Lees meer over de eisen in dit artikel.

SPOT heeft voor de leden een model-overzicht Uitsluitingscriteria gemaakt (in de SPOTdocs).

Privacy

De Algemene Verordening Gegevensbescherming verplicht organisaties om persoonsgegevens te beschermen.
Omdat zorgaanbieders extra gevoelige gegevens verwerken, bijvoorbeeld het BSN van cliënten, moeten zorgaanbieders extra maatregelen nemen om de zorgvuldige verwerking van deze gegevens te garanderen. Zo moet in een Privacyverklaring zijn opgenomen welke gegevens door de zorgaanbieder worden verwerkt, op welke wijze de gegevens zijn beschermd en welke rechten de betrokkenen hebben. Daarnaast moet de zorgaanbieder verwerkingsovereenkomsten afsluiten met leveranciers die persoonsgegevens in opdracht van de zorgaanbieder verwerken, moet er een Register Verwerkingsactiviteiten worden opgesteld en moet er een procedure zijn voor datalekken.

Aanstellen van een Functionaris Gegevensbescherming (FG) is voor kleine zorgaanbieders niet verplicht.

SPOT heeft voor de leden een stappenplan met model-documenten gemaakt waarmee leden vrij eenvoudig hun privacybeleid kunnen vormgeven (onderdeel van de SPOTdocs).

Eisen aan e-mailbeveiliging

De norm NTA 7516 (wordt vervangen door de norm NEN 7516) beschrijft, als verdere uitwerking van de eisen in de NEN 7510, de functionele voorwaarden voor veilig e-mailverkeer in de zorg.
Uitgangspunt is dat het versturen van bijzondere persoonsgegevens, zoals een BSN of gezondheidsinformatie, zo min mogelijk per e-mail plaatsvindt. E-mails kunnen immers eenvoudig (soms onbedoeld) verder worden gedeeld.
In de zorg zijn er veel softwaretoepassingen die voldoen aan de NTA 7516 en waarmee cliëntgegevens veilig met zorgprofessionals (binnen en buiten de organisatie) en cliënten kunnen worden gedeeld.

Als er geen bijzondere persoonsgegevens per e-mail worden uitgewisseld dan is het niet nodig om het e-mailverkeer extra te beveiligen. In dit geval is het ook niet verplicht om de norm NTA 7516 toe te passen.

Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling

Zorgverleners moeten (vermoedens van) huiselijk geweld en ouderenmishandeling soms melden bij Veilig Thuis.
In de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling staat wanneer melding moet worden gedaan. Aan de hand van 5 stappen wordt vastgesteld of een melding moet worden gedaan bij Veilig Thuis en of er voldoende hulp kan worden ingezet. Het gaat hierbij niet alleen om vermoedens van fysiek geweld, maar ook om vermoedens van psychisch of seksueel geweld en vermoedens van verwaarlozing.

Er is een toolkit ontwikkeld om zorgaanbieders te helpen om de meldcode in te voeren en om er mee te werken.
De toolkit bestaat uit diverse hulpmiddelen, zoals afwegingskaders, een checklist en een signalenkaart.

Ontspoorde mantelzorg

Voor het melden van vermoedens van ontspoorde mantelzorg geldt er een apart stappenplan, het stappenplan
Handelen bij ontspoorde mantelzorg. Het stappenplan, een infoflyer en een signalenkaart om ontspoorde mantelzorg te herkennen vindt u hier.

Risico inventarisatie en evaluatie (RI&E)

Ieder bedrijf is verplicht om een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) uit te voeren. Het opstellen van een Plan van Aanpak is een verplicht onderdeel van de RI&E. In bepaalde situaties geldt er een vrijstelling voor toetsing van de RI&E.
Een RI&E is een inventarisatie van de gevaren binnen een bedrijf met betrekking tot de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemers. In de evaluatie wordt van deze gevaren een risico-inschatting gemaakt, waarbij gekeken wordt naar de kans dat een gevaar zich voordoet, het effect dat het teweeg brengt en de frequentie waarmee werknemers aan het gevaar worden blootgesteld.
In de RI&E moeten ook de arbeidsongevallen uit het verleden worden opgenomen.

In het Plan van Aanpak moet worden opgenomen welke risico’s zijn vastgesteld, welke maatregelen zijn of worden genomen, wat het verwachte effect is van die maatregelen, binnen welke termijn die maatregelen worden genomen en wie verantwoordelijk is voor de maatregelen.

Vrijstelling toetsing
Bedrijven met maximaal 25 werknemers hoeven hun RI&E niet te laten toetsen door een arbodeskundige als gebruik wordt gemaakt van een erkend branche RI&E-instrument. Voor de woonzorg en thuiszorg zijn er twee erkende RI&E-instrumenten: ZorgRIE (beheerd door KMO Solutions) en Pythia (beheerd door Triaspect).

Organisaties met ten hoogste 40 uur arbeid per week moeten een RI&E hebben, maar hoeven dat document niet te laten toetsen. Deze organisaties kunnen gebruik maken van de Checklist Gezondheidsrisico’s.
Organisaties met meer dan 25 werknemers moeten de RI&E laten toetsen door een gecertificeerde organisatie of arbodeskundige.

SPOT heeft diverse praktische hulpmiddelen beschikbaar voor leden, zoals een model-Plan van Aanpak, inventarisatielijsten, checklists en een stappenplan (onderdeel van de SPOTdocs).

Voordelen van een SPOT-lidmaatschap

Dankjewel voor je interesse in ons kennisbank-artikel. Als lid heb je toegang tot een schat aan extra informatie, waaronder waardevolle modeldocumenten en andere handige hulpmiddelen die je verder kunnen helpen.

Profiteer van de vele voordelen van een lidmaatschap:

  • Handige modeldocumenten: Direct bruikbaar en tijdsbesparend.
  • Netwerkmogelijkheden: Maak deel uit van een professionele gemeenschap van zorg-ondernemers.
  • Belangenbehartiging: Wij vertegenwoordigen jouw belangen bij gemeenten, verzekeraars en de landelijke politiek. We zorgen ervoor dat jouw stem wordt gehoord.

Sluit je vandaag nog aan bij Vereniging SPOT en ontdek hoe ons uitgebreide aanbod je verder kan brengen!